Als ik een provincie was, dan was ik Limburg. In alle onbescheidenheid kan ik zeggen dat ik mijzelf wel herken in de Limburgse gezelligheid, het onverstaanbare gemompel, de aangeboren voorliefde voor bier en natuurlijk de passie voor Rowwen Heze. Misschien ben ik in een vorig leven wel geboren als Limburg, en als ik dan jarig was vierde ik mijn feestje tijdens carnaval. Op de uitnodiging had ik dan iets geschreven als:
Lieve vrinden uit de agrarische sector,
Hierbij ben je uitgenodigd voor mijn 1.437e verjaardag, komme gij ook op m’n partijtje? Ik wil dit jaar iets grappigs doen, iets écht lekker geks. Trek doarum je kekste outfit aan. Ge weet doch, met zo viel mogelijk kleurtjes. Aan de mannelijke boeren wil ik vroagen om voor de verandering eens een jurkske aan te trekken met van die foptieten, keilollig! Ik verklap nog niet wat we gaan doen, maar neem in elk geval je zuipspullen mee. Het wachtwurd om binnen te komen is ‘alaaf’. Je wordt niet thuisgebracht. Wat zeg ik, je mag al lang blij zijn als je überhaupt thuiskomt. Want zuupe? Da doedde wij! Dikke kus, Limburg
In een land hier niet ver vandaan leefde lang geleden eens een heel klein vrolijk jongetje. Het jongetje vond het erg lekker om biertjes te drinken met zijn vriendjes en naar trancemuziek te luisteren. Op een dag bedachten hij en zijn vriendjes het idee om deze twee leuke bezigheden te combineren en eens gezellig met z’n allen naar Trance Energy te gaan. Dit vond het jongetje prachtig! Allemaal lampjes, allemaal biertjes, allemaal leuke mensen en de lekkerste muziek die hij zich kon voorstellen. Ja, dit smaakte het jongetje naar meer. Zo kwam het dat hij zijn hele jeugd doorgebracht heeft door van feest naar feest te leven. Totdat het jongetje op een dag zoveel van de wijde feestwereld gezien had dat hij zijn eerste feestje een beetje vergeten was. Het jongetje raakte in de ban van clubmuziek, techno, minimale klanken… van alles vond het jongetje fijn, maar zijn passie voor trance vervloog net zo hard als zijn levensjaren. Het kleine vrolijke jongetje groeide langzaam op tot een groot vrolijk jongetje, maar de leegte van zijn eerste liefde bleef. Hij miste zijn eerste vriendinnetje Trancy. Tot het jongetje op een dag in een weekend hier niet heel ver vandaan besloot om hand in hand met zijn broertje terug te huppelen naar zijn eerste liefde. Naar het huis van Trancy. Naar de jaarbeurs, waar het ooit eens allemaal zo mooi begon….
Een nieuw jaar begint altijd met nieuwe voornemens. Ik ben graag tegendraads en daarom heb ik als enige in mijn kenniskring besloten om dit jaar te gaan meerderen met roken. Om mijn goede voornemen kracht bij te zetten heb ik ervoor gekozen om mijn complete dertiende maand aan sigaretten te besteden. Zo kwam het dat ik vanmiddag met een goed gevulde tas vol rookwaar de sigarettenwinkel verliet. Eenmaal buiten belandde ik zowaar in een alleraardigste ontmoeting. Een jongeman spreekt mij aan met het verzoek om hem een sigaret te overhandigen: “Paas me een peuk ouwe”. Dit verbaasde mij ten zeerste, des te meer omdat ik mij op de stoep van een sigarettenwinkel bevond. In feite is dit net zoiets als voor een haringkraam te gaan staan en naar zure bommen te gaan bietsen. Ik begrijp zijn logica dan ook niet en ga er vanuit dat hij een vergissing begaan is. “U kunt hierbinnen sigaretten aanschaffen beste vrind”, zeg ik hem, maar de vlegel geeft mij een schop en begint gretig aan mijn tas te trekken.
Als er twee dingen zijn waar ik een hekel aan heb zijn het wel winter en sport. De winter is kut omdat het dan koud is, de zon nooit schijnt, er geen festivals zijn, je vingers koud worden als je buiten moet roken, je geld continu op is, meisjes veel te veel kleren dragen, enzovoort enzovoort. Sport is natuurlijk gewoon kut omdat je er moe van wordt en je telkens omvalt, simpel. Eerlijk gezegd snap ik ook gewoon niet wat mensen nou zo leuk vinden aan verliezen. In de sportwereld zijn er per definitie vele malen meer losers dan winnaars en toch blijft iedereen het maar proberen. Grootschalige stumperij is het, niets meer en niets minder. Kortom, winter en sport zijn twee zaken waar ik uit volle borst van gruwel, dus je begrijpt dat ik dan ook behoorlijk verbaasd was toen ik afgelopen week merkte dat er iets bijzonder lekkers ontstaat als je deze twee vieze woorden aan elkaar knoopt. Min en min is plus zeg maar, voor de hogere wiskundigen onder ons…
De afgelopen jaren ben ik in het diepste geheim bezig geweest aan een revolutionair project. Op een zwoele decemberavond in 2005 kreeg ik een opeens een geniale ingeving en sindsdien heb ik al mijn beschikbare vrije tijd doorgebracht in een donkere kelder om in het geheim mijn plannetje tot in de uiterste details uit te werken. Helaas heb ik in de beveiliging van mijn donkere kelder kennelijk toch iets over het hoofd gezien, want de hackers van klokkenluidersite Wikileaks staan momenteel op het punt om in de loop van volgende week mijn project wereldkundig te maken. Zij probeerden mij schaamteloos te chanteren door te dreigen met het verspreiden van interessante natuurfoto’s van mij en een willekeurig paard dat ik heus echt nooit eerder in mijn leven heb gezien. Omdat ik ze dat lolletje niet gun zie ik mijzelf genoodzaakt om mijn eer hoog te houden en via deze weg dan zelf maar in de publiciteit te treden.
Doorwerken tot je 65e? Dat is nog niks voor ons aller huis-tuin-en-keuken-goedheiligman! The Sint Formerly Known as Klaas zit inmiddels al vele jaren in het vak en in al die jaren heb je hem nooit horen klagen. Met het grootste genoegen vulde hij elk jaar weer onze stinkende kinderschoentjes, kreeg ie de mooiste afzichtelijke tekeningen en nam ie de stoutste kindertjes mee terug in zijn zak naar zijn verdacht moeilijk traceerbare rukhut in Spanje. Fier huppelde de vent dag in dag uit met gevaar voor eigen leven op zijn potige rosje over de daken. Jawel, het ging de Sint een lange tijd voor de wind, maar de laatste tijd begint er toch wat te knagen bij onze vunzige kindervriend. Het jaarlijks forenzen tussen Spanje en Nederland lijkt na al die jaren eindelijk zijn tol te gaan eisen. Nog nooit heeft Klaas een onkostenvergoeding ontvangen voor zijn vele nachtelijke overwerkuren en de stapels papierwerk die hij elk jaar moet wegwerken om verantwoording af te leggen voor die paar miezerige kindertjes die hij puur voor eigen gebruik mee terug neemt naar huis beginnen hem ook zo langzaam aan de spuigaten uit te lopen. Kindervriend zijn is een hobby, maar goed heilig is een man ook maar tot een bepaalde grens.
WAAROM sterven muggen niet gewoon effe heel snel een partijtje uit? De dinosauriërs is het niet zo lang geleden nog gelukt, waarom lukt het bij hen dan niet? Het is nou niet alsof ik niet elke zomer mijn uitroeiende steentje bijdraag ofzo. Een stelletje doorzettende pestparasieten, dat zijn het! Ik gun iedereen best een beetje levenslicht, maar niet als je van nature zo’n ongelofelijke stumper bent als een mug. Als diersoort moet je wel iets nuttigs te bieden hebben aan de wereld. Neem een voorbeeld aan een kip, check hoe vet zijn die eieren zijn! Of aan een kat die je van je muizenprobleem afhelpt. De maatschappelijke bijdrage van een mug daarentegen is vrijwel nul. In plaats daarvan maken muggen er kennelijk een sport van om zo lomp mogelijk voor de dag te komen. Overdag zie je hem nooit, en als ie dan een keertje bij je over de vloer komt verstopt die lafaard zich gelijk. Is wel zo beleefd he, effe gedag zeggen als je bij iemand komt logeren! Maar nee, hij wacht tot iedereen gaat pitten en nét voordat je in een diepe slaap flikkert komt hij spastisch in je oor zoemen.
Als we de makers van televisieprogramma’s mogen geloven zijn wij stuk voor stuk achterlijke randdebielen, te dom om te poepen. Dat zo’n stel zwakzinnige imbicielen als wij het standby-knopje van je onze afstandsbedieningen kan vinden is de televisiemakers een raadsel. Dit zeggen ze ons natuurlijk niet recht in ons gezicht, want dat zou ze natuurlijk wel eens kijkcijfers (lees: reclamegeld) kunnen kosten. Om ons kijkbuiskindertjes toch op een subtiele wijze duidelijk te maken hoezeer deze producenten op ons intellect neerkijken hebben ze daarom een uiterst gniepig systeempje ontwikkeld. Een systeem dat de boodschap “jij hebt hulp nodig” zo weet uit te dragen naar de kijkers dat ze zich er niet beledigd door voelen. Dat ze zich zelfs prettig voelen. In de loop der jaren heeft dit systeem ongemerkt het televisielandschap geïnfecteerd, als een virus dat genadeloos op zoek is naar je vitale lichaamskwabben. Onder het grote publiek staat dit dodelijk irritante virus ook wel bekend onder de codenaam “Lachband”.
Twee keer per jaar zet ik mijn wekker op zondag om met een lekker bakkie leut achter de televisie te kruipen. Ik weet dat mijn ideologische levenswijze het gebruik van wekkers op zondag ten strengste afkeurt, maar een enkele keer maak ik graag een uitzondering voor De Klassieker tussen Ajax en Feyenoord. Deze wedstrijd is natuurlijk altijd leuk, maar het leukst is het nog wel als Ajax afreist naar Rotterdam om daar de balletjes buiten te zetten. Op deze dag draait het mij helemaal niet om het spel, de uitslag of de competitie. Nee, deze klassieker draait mij vooral om de supporters. De lelijke, opgefokte, hondsdolle supporters. Ik ben stellig van mening dat ze alle beschikbare camera’s eigenlijk op het publiek zouden moeten richten. Waarom zou je in godsnaam naar een voetbal willen kijken als er op de tribune zo veel moois te zien is? Dit is de mensheid in zijn oervorm. Hier zie je het levend bewijs dat Darwin het juist had toen hij zei dat mensen van de apen afstammen. Één brok frustratie zit daar op de bankjes, in een Kuip die tot de rand toe te gevuld is met onbesuisde woede. En dat levert mooie plaatjes op.
Week 1:
Dit is de eerste week van mijn ontgroening. Vol verwachting kijk ik uit naar de eerste dag van de rest van mijn leven. Misschien dat ik nu eindelijk eens mee ga maken hoe het is om vrienden te hebben. Van die échte vrienden, niet mijn trouwe maar virtuele clangenoten uit World of Warcraft. Wie weet zeg, misschien dat ik ooit nog wel een meisje dronken genoeg zal krijgen om haar ongemerkt te kunnen palen. Maar eerst de ontgroening. Ik heb mij helemaal af moeten sluiten voor de buitenwereld. Voor mij was dit gelukkig niet zo moeilijk omdat de buitenwereld zich nooit iets van mij heeft aangetrokken. Ik heb geen vrienden of kennissen om afscheid van te nemen en mijn ouders vinden het alleen maar fijn dat ze me nu drie weken niet hoeven te slaan. Daar hebben ze die zevenduizend euro ontgroeningskosten en contributiegeld graag voor over.